Geschiedenis

Vanaf 1650 had de ‘Vriesche’ Doopsgezinde Gemeente in Oosthuizen haar ‘Vergaderplaats’ aan de Raadhuisstraat. Omstreeks 1750 telde de gemeente 36 leden.

Begin 1784 werd het besluit genomen voor de bouw van een nieuwe vergaderplaets van steen. Daarvoor werd gevraagd geld te geven of toezeggingen om te geven; dat was 2200 gulden. De grond tot bebouwing werd aangegeven door zr. Antje Doets Simonsd Doets , wed. Jacob Groot en de moeder van diaken Simon Groot. Op het perceel stond een kapberg die door de gemeente gekocht werd voor 114 gulden. Het erbij staande huisje, behorende aan Trijntje Bloksmuil zou na haar dood aan de gemeente toekomen. In 1791 werd dat overgeplaatst van de zuid- naar de noordzijde van de Vermaning. Dat kostte toen 238 gulden.

De vader van eerste steen legger David Gerrisz Beets schonk de gedenksteen in de  voorgevel van de vermaning.

Het gebouw stamt uit 1785, zodanig gebouwd, dat het aan de voorzijde eruit ziet als een woning (=woning predikant) met een schuur erachter. Eenvoudig, zoals het in de Doopsgezinde traditie gebruikelijk is.  De kerk werd op  24 juli ingewijd door Jacob Hartog. Er waren toen 74 leden.

Daarna kwam Jan Jacob Hartog 1794 tot 1840; toen overleed hij. Om een nieuwe predikant aan te trekken, moest er eerst geld op tafel komen, want jonge opgeleide predikanten zijn duurder. Toen dat eenmaal gelukt was, werd na een moeizame sollicitatie procedure ds. P. Douwes Dekker bereid gevonden naar de Beemster te komen. Maar die had een paar wensen, waaronder een eigen vrije ingang en een catechisatie of kerkenkamer. Er werd n.l. vergaderd in de woning van de predikant en de kerkgangers gingen via de hal van de woning naar de kerk. Deze aanbouw werd in 1841 achter de kerk gebouwd voor  1000 gulden, en was daar de ingang. Er waren toen 160 leden.

In 1805 telde de Gemeente 112 leden. In 1887 deed het Flaes-orgel zijn intrede. Het ledental groeide in 1900 tot 280. Na een forse daling kwam na WOII het gemeenteleven weer tot bloei. Het ledental daalde vervolgens weer tot 93 in 1980. In 2010 nog 25 leden en in 2023 slechts 19.

De Doopsgezinden zijn volgelingen van Menno Simons. Hij stichtte het Doopsgezinde geloof, gericht op vrijheid van geloven en zelfverantwoordelijkheid.

Ooit waren de Doopsgezinden een vervolgde minderheid. Het waren kleine groepjes mensen die vonden dat ze beter af waren zonder de gevestigde instituten en vonden dat ze ook best gewoon met elkaar kerk konden zijn. Dit werd natuurlijk niet getolereerd. Vandaar dat hun plaatsen van samenkomst altijd ‘verscholen’ waren. Nu beschouwen we het als een geuzennaam. Die in de Beemster ook nog wel een beetje van toepassing is: de kerkzaal is goed weggestopt en onvindbaar als je het adres niet weet – als de achterkant van een typische Beemster stolpboerderij.

Er is een uitgebreide geschiedenis verkrijgbaar in de kerk in de vorm van een jubileum boekje uit 2010. Deze is ook verkrijgbaar via het secretariaat.

De Fam. F. kwam 21-06-1956 in de middenwoning. Deze werd toen toegewezen via de burgerlijke gemeente. Aan westkant woonde toen Jaap R. (als je met rug naar de kerk staat is dat links.) Deur links: was de ingang met keuken / Hal met een deur naar de slaapkamer en woonkamer. In de woonkamer waren 2 bedstedes of kasten. In de ene zat een laddertje naar boven, waar een slaapkamer / zolder was.

Toen Jaap vertrok kwam de fam. Gr. er wonen. Die vertrok in 1971 of 72. Aan de rechterzijde, tegen de Middenweg woonde de vader van Jaap R., en na zijn overlijden Jan T. Zij vertrokken ook in 1971 of 72.

De kerk had in 1971 geen geld om het huis op te knappen en de familie F. had inmiddels 4 kinderen. Daarom vroeg de toenmalige kerkenraad of F,  niet het hele huis wilde bewonen en onderhouden. De huur werd bevroren. Alhoewel deze familie ook een woning aangeboden had gekregen via de gemeente, kozen ze voor het ruime erf en zij knapten de woning op. De heer F. 25 jaar de calcant (balgentreder of orgeltrapper) is geweest van de vermaning vertrok op 30 april 2019 naar het Beatrixpark  op 89 jarige leeftijd.

Vanaf 2015 denkt de kerkenraad over wat er met de kerk en erf moet gebeuren als er geen leden meer zijn. Bovendien raakt het geld op. Er volgde overleg en begeleiding met de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, aantrekken van mensen met kennis van wetten, architecten en subsidies aanvragen. En is er per 2018 de Stichting tot behoud van Beemster Doopsgezinde Vermaning opgericht. Het resultaat is dat:

De diaconiewoningen worden herbouwd evenals het naastgelegen koetshuis. Het ensemble van het Rijksmonument inclusief de andere gebouwen op het kerke-erf blijft hierdoor behouden voor de Beemster.

 

Ook wordt de kerk en woning ervoor van binnen grondig gerenoveerd tot moderne woningen.