
Jaap Slagt, secretaris
‘Er wordt hier wel wat neergezet’
Als lid van de kerkenraad Doopsgezinde Gemeente ziet hij al jaren dat het ledenaantal afneemt. Er komen nog zo’n veertig mensen. Het gros daarvan is tachtigplus. Een praatje met de dochter van de kerkenraadvoorzitter en Arjen IJff, buurman van de kerk, bracht de boel op gang. ‘Jullie moeten duidelijk zijn in wat jullie willen.’ ‘Maar dat moeten de mensen zelf weten’, pareerden zijn gesprekspartners. We gaan mensen niet voorschotelen wat ze moeten. Dat past niet bij Doopsgezinden. Het moet juist vrijwillig en vrijblijvend zijn.’ Tsja. Ze zagen het aankomen. Het zou niet anders kunnen dan dat de Doopsgezinde Gemeente over de kop zou gaan. Einde oefening voor die vrijzinnige gebruikers van de schuilkerken. Dwarsdenkers. Autonoom. Met allemaal een eigen dominee in dienst. Wat nu? Overstappen naar de Hervormde kerk in het centrum van Middenbeemster? Dat zag de zelfstandig bedenker en ontwerper van vaten niet zitten. Dus het was een kwestie van beginnen, doorgaan en afmaken, zijn reguliere methode van aanpakken.
‘Er waren twee opties. De ene was gefaseerde verkoop om het nog een paar jaar te kunnen volhouden. In 1980 was de pastorie, het pand naast de kerk, verkocht. Toen konden we weer jaren door. We zouden nu de woningen kunnen verkopen. En dan later het koetshuis. Maar we vonden het zonde van het mooie geheel dat de drie panden en het erf vormen. Optie 2 was het laten renderen van het onroerend goed zodat het in een of andere religieuze vorm kan blijven bestaan. Daar is de keuze op gevallen. Dit kerkje met opstallen is een behapbaar gebeuren. In tegenstelling tot een grote kerk. Maar natuurlijk steken wij met deze ambitie onze nek uit, zowel binnen de Beemster als binnen de Doopsgezinde gemeente.
Er is vanzelf een leuke ploeg ontstaan. Ik heb er het volste vertrouwen in dat het gaat volgens plan gaat gebeuren. Het is onze plicht om de kerk te behouden voor de Beemster. Dat gaat soms wel, vaak ook niet. Natuurlijk gaan wij het voor elkaar krijgen. Ik zie een woongroep in een buurtschap dat zich gaat ontwikkelen rond de kerkzaal. Zo lang er leden zijn, blijven we kerken.
Tot corona hadden we wekelijks activiteiten in de kerk, zoals filmavonden en eetavonden. Straks nog veel meer, want er wordt hier wel wat neergezet. Ik heb weleens gekscherend gezegd: dit wordt het Doopsgezind centrum voor Noord-Holland boven ’t IJ. Al heb ik er nog geen beeld bij hoe dat eruit zou moeten zien. Het lijkt me wel mooi als we Doopsgezinde historie kunnen presenteren en een Doopsgezinde hier, op dit prachtige historische plekje in de Beemster, kan zien wat zijn wortels zijn. Ik vind het mooi dat de kerkenraad niet het zinkend schip verlaat maar het onroerend goed overdraagt aan de volgende generatie die er wat mee kan.
En daarna? Misschien een volgend project. Weer een kwestie van beginnen, doorgaan en afmaken. Meer doen dan denken. Wie weet kunnen we ergens anders helpen. Ik zou zeggen: kom maar op!’